De wekker

 

De wekker gaat. “Uit bed, uit bed’ hoor ik mama roepen. Ik spring mijn bed uit en wil vóór mijn broer onder de douche. Na het douchen, aankleden en haren kammen, ga ik met lood in mijn schoenen naar de keuken. Het ontbijtritueel gaat beginnen. Ik ben een slechteochtendeter. Ik houd niet van brood, dus besloot mama om mij ‘s morgens pap te geven.

Op tafel staat een bord Quaker oats pap, een grijze dampende brij met in het midden een klontje roomboter en een kaneelstokje. “Als je op tijd op school wilt zijn, zul je moeten beginnen met je pap”, “ik heb geld voor de bakker, maar niet voor de dokter. Je blijft zitten tot je een ons weegt. Ik griezel van die pap, maar ik wil graag naar school. Het rekenen kan mij gestolen worden, maar taal en lezen, kennis der natuur en biologie en geschiedenis, wil ik niet missen. Vooral lezen, alle mooie verhalen!

Op school praat ik niet veel, heb ook niet veel vriendinnetjes, ik sta liever aan de kant te kijken naar de anderen.

De school is uit, ik loop naar huis en kijk mijn ogen uit onderweg. Eindelijk thuis, omkleden, huiskleren aan en wachten op mama, ja daar is zij, zij begint te koken en ik ga mijn huiswerk maken. Ik vind het leuk om mijn huiswerk meteen te maken, dan is alles nog fris in mijn hoofd.

Als het eten bijna klaar is, komt oom Wimpie, hij komt elke dag bij ons eten na het werk en geeft mama geld daarvoor. Wimpie is een oude boeroe.

Ik dek de tafel en ik zie dat hij mama aankijkt en een draaiende beweging maakt met zijn handen. Mama knikt en lacht. Na het danken beginnen wij te eten.

Ik begin te vertellen aan tafel, alles krijgen zij te horen, vanaf het moment dat ik vanmorgen de deur uitging totdat ik thuiskwam, in de juiste volgorde elk detail. Vervolgens vertel ik mijn dromen van de nacht ervoor, de verhalen uit de leesboeken van school. Na het eten gaat Wimpie weer naar zijn werk bij de winkel Glans. Wij gaan zo rusten. Ik vraag mama waarom Wimpie dat gebaar maakte.

Mama zegt: Elke dag is hetzelfde ritueel, zodra wij aan tafel gaan, begin jij te vertellen wat je allemaal hebt meegemaakt en je stopt niet totdat je aan het eind bent, daarom noemen wij je “wekker”. Je ratelt. Ik denk in mezelf, wat zijn grote mensen raar, ik ratel niet en ik ben geen wekker, ik praat gewoon?!

 
Vorige
Vorige

Boekenwurm